Toen de gemeente jaren geleden besloot dat zij de huizen op de dijk zou gaan slopen, zag Suroto zijn wereld instorten. Maar in 2004 mengde de activiste Warda Hafidz zich in de strijd. Warda had in de hoofdstad Jakarta al tientallen van dit soort gevechten gevoerd. Sinds 1993 voerde zij daar actie voor de straatventers, de becak-rijders en de mensen die in de krottenwijken woonden. Het waren de jaren van de economische boom. Overal werd gebouwd, en overal waar werd gebouwd, werden mensen weggejaagd. “Niemand verdedigde ze”, zegt Warda. “Zij konden alleen naar de LBH [een Indonesische variant van het bureau voor rechtshulp, red.]. Maar daar werd alleen gekeken naar de juridische kant van de zaak, en juridisch hadden deze mensen geen poot om op te staan: ze hadden geen legale status.”
Reformasi
Warda Hafidz gaf haar baan als docent in Malang eraan om in Jakarta te leven in rechtstreeks contact met het volk. In 1997 zette zij het Urban Poor Consortium (UPC) op, een organisatie die zich inzet voor de allerarmsten. Het waren de nadagen van de dictatoriale president Soeharto. Het economische wonder zakte in elkaar, en in 1998 werd Soeharto door massale straatprotesten tot aftreden gedwongen. Indonesië maakte daarop een democratische revolutie door, de Reformasi, en ook Warda werd gegrepen door het vuur: “Er hing een sfeer van verandering in de lucht. Ineens was alles mogelijk in Indonesië.”
Lees het hele bericht op One11.NL
Geen opmerkingen:
Een reactie posten