zondag 27 november 2011

Buurtkok John bereidt liefde

De 70-jarige John Palman kookt tweemaal per week voor de hele buurt. En dat vindt hij vanzelfsprekend. Hij doet ‘gewoon’ wat hem geleerd is door zijn Surinaamse ouders.

Buurtkok John bereidt liefdeJohn kookt. Elke maandag en elke vrijdag komt de buurt bij hem eten. Van de gemeenschappelijke ruimte in een woonblok heeft hij zijn keuken gemaakt. Daar staan rechauds te dampen op vergadertafels. In archiefkasten heeft hij zijn sauzen opgeborgen, zijn olies, zijn recepten. Het geheim van mijn recepten, zegt John, is liefde. En cognac, zegt Marieke, die vaker bij hem eet. Ja, in alles gaat cognac, zegt John. Behalve in de roti.

Roti
Het is rotidag. De roti van John Palman is fameus. Als je de straat inloopt, een echte, Nederlandse, versteende nieuwbouwstraat, ruik je zijn roti al op de hoek. Die geur maakt het leven al een stuk minder stenig. Als je dan de trap oploopt, kom je de keuken binnen. Met de rechauds, de dampende pannen, met Johns vrouw Melissa en zijn jongste dochter Esmeralda. Daartussen de gasten.

John is 70. Hij kwam in 1958 uit Suriname naar Nederland, werkte lang in de medische wereld en begon toen een financieel adviesbureau in Amsterdam Zuidoost. Onderweg trouwde hij zes vrouwen en kreeg hij elf kinderen. De oudste is 48, de jongste, Esmeralda, is 5.

Nu probeert hij te genieten van het leven, zegt hij. Al kost het liefdewerk hem veertig uur per week.

John doet aan sociaal koken. Dat klinkt erg jaren zeventig, maar is het allerminst. John zegt: mensen bij elkaar brengen, begint altijd met een happie. Ook in een Vinex-wijk.

Vinex
Ook in een Vinex-wijk lopen mensen langs elkaar heen. De stedenbouwers hebben geprobeerd daar wat aan te doen: ze hebben verschillende soorten mensen door elkaar gehusseld. Arm en rijk, gezond en ziek, blank en bruin. Dat deden ze door dure en goedkope huizen naast elkaar te bouwen. Als ze naast elkaar wonen, was de gedachte, krijgen ze vanzelf contact. Maar dat werkt natuurlijk niet. Dat werkt alleen op tekentafels, in vergaderkamers, en in beleidsplannen.

In de praktijk kun je heel goed naast elkaar wonen en op een andere planeet tegelijk.

Wat de stedenbouwers niet is gelukt, lukt John wel. Bij John zit de hele Vinex-wijk aan tafel. Arm en rijk, gezond en ziek, blank en bruin. Yup naast uitkeringstrekker, kind naast bejaarde, wetenschapper naast werkloze. Ze praten over de straat die is opgebroken en over wereldpolitiek. Over de hangjeugd op de hoek en over de toekomst van het Midden-Oosten. Ze lopen binnen wanneer ze willen, gaan zitten en John schept op (niemand mag aan zijn pannen komen, zelfs Melissa niet). Melissa maakt wel fantastische Surinaamse eiercake, eksi koekoe, voor bij de koffie. Ze is Johns steun en toeverlaat.


Lees het hele bericht in One11

woensdag 16 november 2011

Lessen in geluk

De overheid stelt tal van eisen aan het onderwijs, maar wie denkt er aan het welbevinden van de scholier en de student? Jacqueline Boerefijn lobbyt, waar ze maar kan, voor een onderwijsomgeving die mensen kracht geeft.

Lessen in gelukDat leerlingen in een klaslokaal werken aan een schriftelijke opdracht, is heel normaal. Dat hun werk bestaat uit het schrijven van een compliment aan een klasgenoot, is best verrassend. De school in kwestie is het Groen van Prinstererlyceum in Vlaardingen, waar een 2-vwo-klas begeleiding krijgt van Jacqueline Boerefijn. De biologielerares liet twee jaar geleden een serie van zes ‘lessen in geluk’ ontwikkelen, die sindsdien al door tientallen scholen is toegepast. Ze hoopt het programma de komende jaren te kunnen uitbreiden en verdiepen.

Mensen opbouwen
Boerefijn is het type lerares waar je als puber wat aan hebt. Toegankelijk, humoristisch en ook kordaat. Het lesproject ontwikkelde zich haast vanzelfsprekend. “Naast mijn werk als lerares ben ik altijd heel begaan geweest met het wel en wee van de leerlingen op school”, vertelt ze. “Ik heb gewerkt als mentor en counselor, begeleidde allerhande preventieprojecten. De druppel was voor mij een project over huiselijk geweld voor meisjes van dertien. Natuurlijk was dat wel een goed project, maar ontzettend vervelend om te doen voor mij als docent. Ik dacht ineens: ik loop de kinderen nu al het hele jaar voor van alles en nog wat te waarschuwen. Terwijl ik het vak ben ingegaan om de verwondering te kunnen doorgeven dat het leven zo schitterend in elkaar zit.”

Toen ze rond die tijd op het Jeugdjournaal een item zag over een school in Engeland waar lessen in geluk werden gegeven, viel alles voor haar op z’n plek. “Zoiets wilde ik in Nederland ook beginnen. Het is immers effectiever om mensen op te bouwen, dan ze eindeloos voor allerlei gevaren te waarschuwen.”

Positieve psychologie
De lerares benaderde het Verwey-Jonker Instituut, dat advies geeft op sociaal-maatschappelijk terrein. Met het voorstel dat dit instituut hielp te ontwikkelen, won Boerefijn een prijsvraag ter waarde van vijftigduizend euro, zodat ze een serie van zes lessen kon laten ontwikkelen. De lessen zijn gemaakt op basis van de positieve psychologie, een stroming die uitgaat van iemands persoonlijke kracht en ontwikkelingsmogelijkheden. De lessen zijn gemaakt voor leerlingen van vmbo-niveau, maar ook geschikt voor havo en vwo. Via de website van het Verwey-Jonker Instituut zijn die gratis verkrijgbaar voor scholen. Blijkbaar vinden veel docenten het inspirerend om hun leerlingen eens te laten uitzoeken waar ze goed in zijn.

Lees het hele bericht op One11.NL

zondag 13 november 2011

Canada wil de ijsbeer beter beschermen

Canada gaat de ijsbeer beter beschermen, ondanks verzet van bewoners in het noorden van het land. De Canadese minister van Milieu Peter Kent heeft de ijsbeer op een lijst gezet van bedreigde dieren die 'extra aandacht' verdienen. Een nieuwe strategie om het dier te beschermen moet binnen 3 jaar vorm hebben gekregen.'Canada huisvest twee derde van de wereldpopulatie aan ijsberen en we hebben een unieke verantwoordelijkheid om voor hen te zorgen', zo zei de milieuminister. Het plan moet onder meer de menselijke bedreiging voor de ijsbeer verminderen. Maar de jacht door Inuit (Eskimo's) mag doorgaan.

(Die laatste zin doet wel afbreuk aan dit positieve bericht, maar ik vind het toch de moeite van het plaatsen op dit weblog waard. ©Marijke van der Scheer)

woensdag 9 november 2011

Pleidooi voor een accudag iedere week

De zondag zorgt voor orde en regelmaat en dat is goed. Filosofe Marli Huijer houdt een pleidooi voor herwaardering van deze rustdag. 'Wie zijn ritme verliest, verliest zijn vrijheid.'De vrije zondag is er niet voor niets. Het is een wekelijks moment van rust waarin mensen zich opladen om de dagen erna weer actief te zijn. Het is dus goed om deze dag apart te houden van de rest van de week. Dat stelt filosofe Marli Huijer in haar boek 'Ritme. Op zoek naar een terugkerende tijd'. Ze pleit daarin voor een zogenoemde 'accudag', een dag waarop iedereen zich even gedeisd houdt.

Zo'n advies in een tijd dat de arbeidsmarkt ons het liefst 7 dagen per week, 24 uur per dag wil opeisen, is dat geen al te conservatief voorstel?
Nee, zegt Huijer beslist in een gesprek over haar boek: "Het zou conservatief zijn als ik terug zou willen naar de oude invulling van de zondag. Ik wil het ritme van de week bewaren, maar aan de zondag een nieuwe betekenis geven. Daarom spreek ik ook van accudag. Als je iets een nieuwe naam geeft, geef je er ook een nieuwe invulling aan."

Bij de oude invulling ging het om de lofprijzing Gods?

"Dat is me te beperkt. De kern van die oude invulling is het idee dat ons bestaan erbij gebaat is wanneer we bepaalde uren of dagen als bijzondere momenten afbakenen van de rest. En inderdaad, dat idee hebben we te danken aan de religie.

"Ik haal in mijn boek nogal eens de Franse socioloog Émile Durkheim aan. In zijn studie naar de elementaire verschijnselen van het religieuze leven stelt hij dat alle religies onderscheid maken tussen het alledaagse en het onalledaagse, het 'profane' en het 'sacrale'. Door op gezette tijden samen met anderen in een speciale ruimte het geloof te belijden, ontstonden een alledaagse tijd en een heilige tijd, een alledaagse ruimte en een heilige ruimte. En er was een ritueel nodig om van het profane naar het sacrale te komen."

Een priester dus.

"Naast sacrale tijdstippen in een week lasten primitieve gemeenschappen ook feesten in die een sacrale betekenis kregen. Het oogstfeest bijvoorbeeld werd niet alleen gevierd om de godheid te danken voor de goede oogst, maar was ook een manier om de gemeenschap te beschermen tegen de gulzigheid van enkelingen. Het feest was grenzeloos, er kon gegeten en gedronken worden zo veel men wilde. De priester bepaalde begin en eind van het feest. Na afloop moest je van de voorraden afblijven. Dat werkte: primitieve samenlevingen met een priester overleefden beter dan samenlevingen zonder. De priester was aangewezen om het tijdstip om te zaaien of te oogsten vast te stellen en een rite de passage te organiseren. De instelling van een sacrale tijd en ruimte zorgde er ook voor dat geweld werd gekanaliseerd. Het ritme werkte pacificerend."


Lees het hele bericht in Trouw

maandag 7 november 2011

Een gedachte met beeld

                  Nergens gaat de vergankelijkheid van het leven
                  zo prachtig gekleed als in een herfstig bos.


Eigen gedachte inzender (ingestuurd door: Melanie Derks, Hilversum NL
Foto: Marijke van der Scheer

vrijdag 4 november 2011

Een gedachte

Ik beschouw geen enkele dag als vanzelfsprekend.
Ik heb alleen goede dagen en super dagen.


Lance Armstrong